Reisverslag PDG
Met wie u op reis gaat
Mijn naam is Andries van Weeren. Ik ben sinds februari 2016 ben ik werkzaam bij het leerbedrijf Bronnen. Daarvoor ben ik werkzaam geweest bij diverse organisaties:
- Friesland Zorgverzekeraar (functioneel tester, ontwerper en analist)
- Friesland Bank (functioneel tester)
- Fryske Akademy (software developer)
- Probo (ICT project manager)
Alle functies hadden betrekking op de ICT. Hierdoor heb ik een rijke en brede ervaring opgedaan binnen het werkveld van ICT. Tussendoor heb ik de nog mijn bachelor gehaald met de deeltijdopleiding Bedrijfskundige Informatica.
Het leerbedrijf Bronnen bestaat uit een zestal vaste medewerkers, stagiaires en eerstejaars studenten die een praktijkoriëntatie (PO) periode bij het LB volgen. Het leerbedrijf maakt onderwijsapplicaties die zich nu op het taal- en rekenonderwijs toespitsen. Een aantal van de onderwijsapplicaties die wij maken worden onder licentie verkocht via een uitgever. Het gaat hierbij om:
- Diglin+ NL/Vlaams
- DiglinMVT (Moderne Vreemde Talen)
- RISK (Reken voor de Internationale Schakelklas)
- Lærdansk
Ik heb een heel erg leerzame en leuke tijd gehad. Het is dat ik verder moet met de rest van de opleiding anders had ik nog wel veel langer willen blijven. Blijf zo door gaan!
Daarnaast zijn we bezig met de voorbereidingen voor het uitgeven van nog meer onderwijsapplicaties. Ook in diverse andere landen. Deze onderwijsapplicaties gaan uit van het principe van bronnen. De bronnen moeten zo breed zijn, dat ze voor elk niveau voldoende leermiddelen bevatten. Deze aanpak wordt gevoed vanuit de gedachte van FC Sprint2 (FC-Sprint2 Grenzeloos leren – J. Deutekom).
De basis van de onderwijssoftware is door mij ontwikkeld. Het betreft een modulair softwarepakket, waarvan de losse modules door eerstejaars studenten en/of stagiaires worden ontwikkeld.
Toen ik bij het leerbedrijf Bronnen aan de slag mocht, heb ik eerst een half jaar de tijd genomen om te observeren hoe alles in zijn werk ging. Bij de start van het schooljaar 2016/2017 ben ik voortvarend aan de slag gegaan om het ontwikkelproces te optimaliseren. De visie van het leerbedrijf was reeds gestoeld op FC-Sprint2 en dan met name de H-cyclus (zie afbeelding hieronder bron).

Als ondersteuning heb ik het scrum proces, wat in zekere mate werd toegepast, geprofessionaliseerd. Hierdoor is er een dagelijkse pedagogische cyclus neergezet waarbij er kort, effectief en efficiënt gestuurd wordt. De drie vragen die in deze cyclus centraal staan:
- Wat heb je gedaan?
- Wat ga je doen, vandaag?
- Heb je hierbij hulp nodig?
Ik heb door de stage een beter inzicht gekregen in het werk van een applicatieontwikkelaar. De kennis die ik hier opgedaan heb heeft mij een stap in de goede richting gezet om op een bepaalde manier te gaan coderen. Ook ben ik van plan om het Scrum protocol toe te passen in het vervolg van mijn opleiding om doelen te stellen en daar op een planmatige manier mee om te gaan.
Sinds de professionalisering van het leerbedrijf werden in snel tempo ook applicaties ontwikkeld, door de eerstejaars studenten. Deze werden in alle opzichten ook beter en stabieler dan voorheen.
Uiteindelijk resulteerde dit begin 2017 in een gratis versie van DiglinPlus Nederlands. Vervolgens heeft een uitgever dit opgepakt en is DiglinPlus sinds augustus 2017 een product waarvoor betaald moet worden. Vervolgens zijn ook de reeds eerder genoemd producten ontwikkeld en van inhoud voorzien.
Het didactisch gedeelte van het leerbedrijf Bronnen wordt voorzien o.b.v. bronnen. Hierbij vormt voor veel studenten internet de grootste bron. Mochten studenten toch vastlopen, dan is de eerste stap die ze mogen en kunnen zetten een collega-student vragen om hulp. Mochten ze er dan samen niet uitkomen, dan kunnen ze bij mij terecht. De laatste bron.
Wanneer studenten het leerbedrijf weer verlaten, wordt ze gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. De feedback hieruit is zeer positief.
Ik vind dat Bronnen mij belachelijk veel geholpen heeft met het vak. Voor bronnen wist ik bijna niets over hoe het programmeren in elkaar zit. Ik ben heel erg blij met hoe ik de afgelopen 10 weken aan het werk ben geweest en heb veel meer neergezet dan dat ik vooraf ooit had kunnen voorstellen. Bronnen heeft mij heel erg gemotiveerd om verder te gaan met programmeren. En ik hoop dat ik net zo snel door blijf leren over het vak als hoe het de laatste 10 weken gegaan is.
Vooraf aan de reis
Zoals uit bovenstaande blijkt, ben ik goed in staat te innoveren binnen het onderwijs. Ik kan een omgeving neerzetten waarbinnen goed geleerd kan worden. Ook ben ik in staat om studenten feedback te geven zonder de oplossing aan te dragen, maar hun een setje in de juiste richting te geven.
Vanuit het onderwijsperspectief ben ik in staat de goede dingen te doen. Echter hierbij leunde ik qua theoretische onderbouwing nog sterk op mijn collega’s. Graag wil ik ook zelf in staat zijn om theoretische onderbouwing te kunnen geven en te doorgronden waarom bepaalde onderwijsvormen niet/een beetje/goed werken.
Doel van de reis
Primair was mijn doel om een bevoegd docent voor het mbo te worden. Gaandeweg heb ik echter mijn focus verlegd. Ik werd getriggered in wat nu de wetenschappelijke onderbouwing is, dat het leerbedrijf Bronnen tot zo’n succesvolle leerplek maakt. Wat maakt nu, dat studenten juist zo enthousiast zijn over het leerbedrijf en zoveel hebben geleerd?
Het waren leerzame weken en ik ben het hele team erg dankbaar voor de leuke tijd. De zelfreflecties tijdens de sprintdemo’s vond ik persoonlijk het leukst. Hoe goed je ook bent er is altijd ruimte voor verbetering en dat kwam op de vrijdagmiddag goed naar voren. Bedankt voor de top begeleiding!
De reis
Op Pad / In Beeld / Naar Keuze
Om een beter begrip te krijgen van de bredere context van het onderwijs heb ik mij ook verdiept in het onderwijs geven op primair onderwijs. Het resultaat daarvan heb ik opgenomen in het beroepsproduct Op Pad en Naar Keuze. Dit bood mij een nieuwe uitdaging waarin ik op verkenning moest. Het resulteerde in een vijftal workshops die ik heb gegeven rondom het thema “leren programmeren”.
Binnen datzelfde beroepsproduct heb ik een workshopreeks gegeven op het mbo. Hierbij heb ik als thema Git gekozen. Git is het meest gebruikte versiebeheer systeem (VCS: Version Control System) binnen de softwareontwikkeling. Deze workshopreeks heb ik ook gebruikt bij het beroepsproduct In Beeld.
Beide workshops heb ik aan de hand van de FC-Sprint2 methode vormgegeven. Er is gebruik gemaakt van bronnen die het niveau van beginner tot expert kunnen voorzien. De deelnemers van beide reeksen waren ook positief over de werkvorm en de begeleiding.
Uiteindelijk heb ik de vergelijking gemaakt op het gebied van voorbereiding maar ook de uitvoering van de workshop. Wat me vooral opviel bij het primair onderwijs is dat de deelnemers zeer enthousiast en fanatiek aan de slag gingen. Dat was een schitterende ervaring.
De voorbereiding was min of meer vergelijkbaar. De nadruk ligt er vooral op om bronnen te vinden en te verzamelen.
De uitvoering is wel anders. Bij het basisonderwijs ligt de nadruk op het bij de les houden en de focus houden van de leerlingen. Bij het mbo is dit eenvoudiger te realiseren, althans zo ervaar ik het.
Veruit mijn grootste eye-opener is ontstaan vanuit de workshop Git. Ik heb daar de focus van de workshop gelegd op het toepassen van Git in een situatie naar keuze. Echter binnen softwareontwikkeling is de toepassing van Git vaak niet een keuze. Git is ondersteunend aan het softwareontwikkelproces. Om Git op een juiste manier te ervaren had ik m.i. de workshops anders in moeten steken. Ik had achteraf beter de context neer moeten zetten binnen de workshops, waarbinnen Git wordt toegepast. Die context is een softwareontwikkelproject. Daarbinnen had ik de deelnemers moeten laten samenwerken en dat in zo’n format gieten, dat de noodzaak er was om dieper op Git in te gaan. Van daaruit was de context relevanter en realistischer geweest.
Het gaat er, zeker bij beroepsgerichte kennis en vaardigheden, om dat deze worden aangeleerd binnen de context waarbinnen ze van toepassing zijn. Dit is m.i. ook waarom studenten enthousiast zijn over hun ervaring bij het leerbedrijf Bronnen en waarom ook bij stages veel studenten aangeven dat ze veel leren.
Aan de slag
Bij aan de slag heb ik, samen met twee collega-studenten, een workshop gegeven met als doel mensen ervaring op te laten doen met scrum in het onderwijs. Hierbij hebben we als middel het leren van een aantal Deense woorden gebruikt. De bronnen die beschikbaar waren, waren gebaseerd op het product Laerdansk, één van de onderwijsapplicaties die het leerbedrijf Bronnen op de markt brengt.
De deelnemers mochten zelf bepalen waarmee ze wilden beginnen er was één wat vrijer onderdeel, het leren van een aantal woorden. Daarnaast was er een verplicht onderdeel het kunnen tellen van één tot tien in het Deens. De deelnemers moesten zelf hun taken op het scrumboard hangen en tussentijds werd er d.m.v. een stand up ingegaan op de voortgang.
Ik heb dit als een leuke ervaring beleefd. Het samen werken met de beide collega-studenten van de PDG verliep goed. Gezamenlijk hebben we een mooi resultaat neergezet.
De diepte in
Hier ben ik voor ingegaan op de wet en regelgeving van het onderwijs. Ik ben hier ingegaan of de praktijkoriëntatie (PO) een meer formele plek binnen de opleiding software development kan krijgen. Een formele plek houdt in, dat de de PO meetelt voor de opleiding.
Met behulp van van theoriestudie en praktijkonderzoek is naar boven gekomen dat er meer aan promotie en kenbaarheid van het leerbedrijf Bronnen en de werkzaamheden gedaan moet worden.
Dit beroepsproduct heeft mij geleerd hoe een Leven Lang Ontwikkelen, Praktijk Gestuurd Leren, praktijkoriëntatie en FC-Sprint2 vanuit diverse theorieën worden onderbouwd. Het is mij nu duidelijk welke positie kennis, vaardigheden en attitudes hebben binnen dit geheel en hoe aan deze begrippen waarde toegekend kan worden. In eerste instantie was het een frustrerende confrontatie, maar na de frustratie werd wel duidelijk wat ik met de feedback moest en waarom de feedback was zoals die was.
De afgelopen 10 weken heb ik veel inzichten gekregen van wat ik kan, en wat ik nog moet doen. Niet alleen door stage maar ook door andere factoren ben ik veel over mijzelf te weten gekomen.
Opbrengst van de reis
Een deel hiervan is ook al beschreven bij voorgaande koppen m.b.t. de beroepsproducten.
De opbrengst van deze reis is een theoretische basis. De meeste essentiële theorie die bij mij voorbij kwam is de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan. Hierbij spelen de begrippen autonomie, verbondenheid en competentie een belangrijke rol. Mijns inziens zijn dit de sleutels tot het betere onderwijs, afgestemd op de beroepscontext. Gedurende mijn PDG-opleiding heb ik nog niet alle facetten hiervan uit kunnen diepen. Het staat op mijn lijst om hiermee aan de slag te gaan.
Ook een leerpunt is, met name opgedaan tijdens het beroepsproduct “de diepte in”, hoe de visie vanuit de mbo-raad “een Leven Lang Ontwikkelen” verweven is met de visie van het Friesland College. Daarnaast kan ik nu ook beter plaatsen hoe Praktijk Gestuurd Leren is verbonden met wat het leerbedrijf Bronnen doet en welke connectie er is met het kwalificatiedossier “Software Developer”.
In eerste instantie voelde ik weerstand t.o.v. de opleiding. Deze weerstand vindt wellicht zijn oorsprong in hoe effectief en efficiënt het leerbedrijf Bronnen opereert en de resultaten die daarbij worden geboekt vanuit de bedrijfsmatige kant bekeken, maar ook vanuit de studenten bekeken. Daaruit blijkt dat ik in staat ben een zeer goede leeromgeving neer te zetten. Echter buiten die context, wanneer ik een workshop geef, moet ik er alert op zijn hoe ik de workshop invulling geef, zoals ook beschreven onder de kop “Op Pad/In Beeld/Naar keuze”.
Achteraf kan ik concluderen, dat de weerstand verminderd is. Ik heb nieuwe inzichten gekregen, ben een betere gesprekspartner als het over het onderwijs en het leren gaat. Daar ben ik beter in staat om in jargon het gesprek aan te gaan.

Competenties
Competentie 1: interpersoonlijk competent
Interpersoonlijk was en ben ik competent. Dit blijkt ook uit de beoordelingen van de beroepsproducten Op Pad / Naar Keuze en Aan de slag. Het verschil met vóór de opleiding is dat ik nu meer bewust met deze competentie omga. Van mezelf ben ik bekend met dat ik een natuurlijk overwicht heb. Dit is mede te danken aan mijn postuur, lang en breed. Daarnaast kom ik rustig en stabiel over. Er is wel eens tegen mij gezegd, dat “de Andries die ‘s ochtends binnenkomt, is dezelfde die ‘s middags weer naar huis gaat”.
Waar ik op ben geattendeerd is dat ik een lage en (daardoor) een monotone stem heb. Het gevolg is, dat de toehoorder mogelijk mijn instructie snel saai zal vinden. Om een stemtraining te doen, spreekt mij op het moment (nog) niet aan. Echter er zijn meerdere manieren om hier mee om te gaan. Zo let ik er nu op, dat mijn instructies korter zijn en zet ik studenten sneller aan de slag. Tussendoor geeft ik de studenten dan de gelegenheid om vragen te stellen waar ik dieper op in kan gaan. Door de concrete vraag, ben ik qua aandacht meer in het voordeel, dan wanneer ik als klassieke docent, vóór de klas les sta te geven.
Om mijzelf verder te ontwikkelen heb ik gedurende de opleiding een aardige lijst van boektitels verzameld. Met betrekking op interpersoonlijk, staat op mijn lijst het boek Leren Communiceren – M. Steehouder, en anderen.
Competentie 2: Pedagogisch competent
Zowel vanuit mijn huidige werkzaamheden als binnen de workshops ben ik goed in staat om een omgeving neer te zetten waarbinnen studenten zich kunnen ontwikkelen en zich veilig voelen.
Zoals het leerbedrijf Bronnen nu werkt, is voor een groot deel mijn inbreng. Het leerbedrijf ademt een zekere professionaliteit. De waardering hiervoor blijkt ook uit de reacties van de studenten. Dit komt vooral terug in mijn beroepsproduct De Diepte In. Hierin is in een bijlage kort ingegaan op hoe studenten het LB ervaren.
Waar ik mee werd geconfronteerd bij mijn beroepsproduct In Beeld, is dat ik geen controle vraag stelde na mijn uitleg, tijdens de workshop. Het kwam voor mij als een verrassing, want ik ben voor zover ik weet behoorlijk scherp op dergelijk controlevragen. Hier wil ik alerter op zijn in de toekomst.
Pedagogiek is voor mij een essentieel onderdeel van onderwijs. Veel van de ontwikkeling hangt af van het gedrag en dan met name in welke mate een student in staat is eigen regie te nemen over zijn/haar leren. Om mij hier verder in te ontwikkelen wil ik mij verder verdiepen in de zelfdeterminatietheorie en bijbehorende begrippen autonomie, verbondenheid en competentie. Daarnaast wil ik motivatie beter doorgronden. En dan met name de vraag hoe kom je erachter of een student daadwerkelijk gemotiveerd is (of niet) voor het beroep.
Competentie 3: Vakinhoudelijk en didactisch competent
Dat ik een rijke omgeving kan neerzetten binnen de context van het leerbedrijf, was reeds bekend. Dat ik dit kon en kan binnen een workshop-omgeving, die toch anders is dan de setting van een leerbedrijf, was voor mij snel duidelijk na het MBO-event. Daar heb ik met mijn collega-studenten een workshop neergezet o.b.v. FC-Sprint2 en scrum en m.b.v. de onderwijssoftware die het LB zelf maakt. Als onderwerp voor het MBO-event was de taal Deens gekozen. Hiermee was geen van de begeleiders (ik en collega-studenten) bekend. Voor mij zat de uitdaging erin of ik in een kort tijdsbestek FC-Sprint2 en scrum in het onderwijs kon overbrengen op mijn beide collega’s. Ook was ik benieuwd hoe ik het zou doen in een onderwijssetting waar ik niet “heer en meester” ben in het onderwerp. De feedback die heb ik gekregen van beide beoordelaars, was bijzonder positief. Dit was voor mij een bevestiging dat ik het vak van het onderwijs zeker versta. Ik ben ervan overtuigd dat er hier en daar zeker wel het e.e.a. valt te verbeteren, maar dat zullen geen grote zaken zijn.
Het ligt in mijn aard om voor mezelf elke keer de lat hoger te leggen. Ik blijf doordenk over welke puntjes verbeterd kunnen worden. Dit is een cyclisch proces.
Competentie 4: Organisatorisch competent
Met de ondersteuning van scrum kan ik hier goed vorm aan geven. Mijn kennis van en ervaring met het werken met scrum vanuit het bedrijfsleven heeft mij geholpen om scrum toe te passen in de onderwijssetting. Door van de studenten een planning te vergen, worden ze uitgedaagd om zelf het eindresultaat in stukken op te delen. Dit helpt studenten om dieper over het eindresultaat na te denken en te ontdekken uit welke stappen het proces bestaat. Hierdoor wordt het eenvoudiger om tussentijds naar deelresultaten te werken, waar dan ook feedback op gegeven kan worden. De feedback krijgt dan ook meer een sturend karakter i.p.v. een beoordelend karakter.
Ik zorg ervoor, dat de planning digitaal wordt vastgesteld. Waar voorheen een fysiek scrum handig en nodig was, hebben digitale middelen en mogelijkheden daar verandering in gebracht. Hierbij ben ik wel kritisch naar de tool die er wordt ingezet. Een tool moet overzicht bieden en intuïtief te gebruiken zijn. Anders is de tool meer een hindernis dan een hulp.
Voor dit gedeelte wil ik ook refereren naar competentie 3.
Competentie 5: Competent in samenwerking met collega’s
Vanuit mijn werkzaamheden moet ik veel afstemmen met mijn directe collega’s. Daarnaast vraag ik ook regelmatig feedback van collega’s over hoe ik bepaalde (interacties met studenten) situaties heb aangepakt. Ik ben van mening dat feedback van mijn collega’s mij altijd verder kan helpen. Of het nu bevestigend is of juist dat ik zaken anders aan kan pakken.
Naast het contact met directe collega’s heb ik ook regelmatig contact met collega’s van vooral de ICT-gerelateerde opleidingen. Over en weer is de verstandhouding goed. Ook vraag ik de collega’s van de opleiding Software Development regelmatig om tips, of ik zaken kan verbeteren. Hetzij persoonlijk hetzij vanuit het leerbedrijf Bronnen.
Om duidelijker beeld te schetsen heb ik ook recent feedback gevraagd van collega’s. De feedback heb ik onder de “Feedback” vermeld.
je hebt een goede mogelijkheid om veel te leren mits je veel vraagt.
Competentie 6: Competent in samenwerking met de omgeving
Vanuit mijn huidige werk heb ik veel contact met andere organisaties uit het werkveld, ook met voormalige collega’s waar ik contact mee houd over uiteenlopende zaken rondom ICT.
Daarnaast is het leerbedrijf Bronnen zelf een onderdeel waarbinnen studenten worden opgeleid en waar stage gevolgd kunnen worden. Vanuit onze visie, met ruimte voor het maken van fouten, begeleiden wij studenten en laten hun ook in de spiegel kijken over waar het beter kan.
Zelf ben ik aanspreekpunt voor docenten en studenten van de opleiding Software Development. Wanneer er vraag is om een meer verdiepende workshop op dat gebied, dan kunnen ze mij vragen om daar in te voorzien.
Competentie 7: Competent in reflectie en persoonlijke ontwikkeling
Als ik kijk naar hoe ik in 2016 begon en waar ik nu sta, dan is er stapsgewijs steeds het e.e.a. verbeterd. De ene keer op vakinhoudelijk en technisch gebied. De andere keer op het gebied van feedback geven en het monitoren van de planning en voortgang.
Ik ontwikkel mij van dag tot dag. Dit zit in mijn aard ingebakken. Ook vraag ik met regelmaat (informeel) feedback van collega’s, maar ook van studenten. Dit zie ik als leermomenten.
Mijn visie hierop is niet dat het altijd beter kan. Echter sommige dingen zijn voor het moment goed genoeg. Maar met de ontwikkelingen en veranderingen na verloop van tijd, ontstaan er nieuwe inzichten, waar ik open voor sta.
Feedback
Hieronder de feedback van collega’s op het Friesland College.
Hoe ervaar je mijn bijdrage?
Voeg ik daadwerkelijk iets toe aan waar jullie mee bezig zijn?
Hoe is het om met mij om te gaan en/of samen te werken?
Wat denk je dat voor mij valkuilen zijn (in de omgang met anderen) waar ik op moet letten?
Hoe zou ik mijn bijdrage kunnen verbeteren?
Heb je nog aanvullende opmerkingen? Wat mis je?
Kun je mij in drie woorden typeren?
Ook heb ik feedback van mijn collega-student Jelle Lammerts gevraagd.
Deze feedback is te vinden onder: http://ictportfolio.fcsprint2.nl/index.php/reisverslag-pdg/feedback-jelle/
Mijn Visie
Binnen mijn visie op het onderwijs staan autonomie, verbondenheid en competentie hoog in het vaandel. Waarbij één van deze aspecten niet op orde is binnen het onderwijs, wordt er ingeboekt op effectiviteit en efficiëntie van het leren.
Binnen het beroepsonderwijs moet de context van het betreffende beroep aanwezig zijn. Daarin is het grote verschil met de werkelijke praktijk, dat er meer ruimte is om fouten te maken!
Binnen de context van het beroep is het voor een student ook veel gemakkelijker om te bepalen of het beroep ook daadwerkelijk is wat hij/zij wil gaan doen. Wanneer dit zo is, is het vanuit intrinsieke motivatie ook veel eenvoudiger om de eigen regie te nemen als student.
Wanneer een student niet door de beroepscontext wordt aangesproken, moet het ook eenvoudig zijn om op zoek te gaan naar wat dan wel bij de student past.
Wanneer een persoon een beroep leuk en interessant vindt, mogen de vorm van het onderwijs en de docenten er nooit debet aan zijn dat de persoon gedemotiveerd wordt voor het beroep. Het beroepsonderwijs moet juist inzicht geven in wat het beroep inhoudt. Dit is m.i. niet uitsluitend voorbehouden aan de stageperiode binnen de beroepsopleiding.
Het beroepsonderwijs mag niet de hindernis zijn die genomen moet worden om je carrière te beginnen. Het moet het startpunt van je carrière worden.
Een beroep leer je door “vlieguren” te maken en op zoek te gaan naar verbetering. Door te durven vallen en ook weer op te durven staan.
Tussenstation
Onze gezamenlijke reis is voor nu ten einde
Op dit traject van ontwikkeling heb ik veel verdieping opgedaan. Theoretisch kan ik zaken beter onderbouwen. De reis begon mijns inziens hoofdzakelijk onbewust bekwaam. Mijns inziens hebben mijn collega’s mij behoorlijk op weg geholpen bij de eerste jaren binnen het onderwijs. Daarnaast weet ik dat ik de lat voor mijzelf hoog leg. Mijn “goed” ligt qua niveau hoog en dit eis ik van mezelf.
Op dit tussenstation ben ik in een transitie naar bewust bekwaam. Die transitie is wat mij betreft nog niet voltooid. De zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan heeft mijn interesse, met de bijbehorende begrippen autonomie, verbondenheid en competentie. Mijn verdere verdieping en ontwikkeling zal zich op deze begrippen richten.
Daarnaast wil ik ook meer van betekenis worden voor de opleiding Software Development. Graag wil ik een rol als docent vervullen die studenten kan voorbereiden op de praktijkoriëntatie bij het leerbedrijf Bronnen. Hierbij wil ik invulling geven aan de uitkomsten van mijn onderzoek, het beter zichtbaar maken van het leerbedrijf Bronnen voor eerstejaars studenten.
127 total views, 2 views today



